Wanneer maakt een gezin zich schuldig aan mensenhandel?

Wanneer maakt een gezin zich schuldig aan mensenhandel?

Al jarenlang  geeft het Openbaar Ministerie de prioriteit aan de bestrijding van mensenhandel. In eerste instantie had de bestrijding van mensenhandel alleen betrekking op uitbuiting in de seksindustrie, maar in de loop der jaren is de aanpak verruimd en richt deze zich op andere soorten van uitbuiting zoals criminele uitbuiting, orgaanhandel en de laatste tijd met name, arbeidsuitbuiting.

Geschiktheid wetsartikel 273f Sr

De vraag kan worden gesteld, of het wetsartikel (273f Sr) geschikt is om de vele misstanden op de werkvloer te reguleren, of dat het ingewikkelde wetsartikel juist terughoudender zou moeten worden toegepast als het gaat om onrecht in arbeidsrelaties.

In onze praktijk werden we ermee geconfronteerd dat een au pair werd opgenomen in het gezin van cliënte. Na verloop van de maximaal toegestane tijd van een jaar, vroeg of beter gezegd smeekte de au pair cliënte en haar man of zij alstublieft zou mogen blijven, omdat zij niet terug wilde naar het land waar zij vandaan kwam.

Vermoedelijk gedreven door financiële motieven van haar familie werd zij vervolgens aangespoord om zich tegen het gezin te keren dat haar had opgevangen. Aangifte wegens mensenhandel kan voor de aangever als bijkomend voordeel hebben, dat er aanspraak kan worden gemaakt op ten minste een tijdelijk verblijf en gebruik van voorzieningen in Nederland. Dit alles om de drempel om aangifte te doen te verlagen. Als het gaat om grove vormen van uitbuiting, dan is dit goed te begrijpen, omdat hiermee de positie van slachtoffers wordt versterkt. Maar hiertegenover staat dat er eveneens een “perverse prikkel“ kan ontstaan, om een uitbuitingsituatie in strijd met de waarheid te fingeren, om zelf in een betere positie te geraken, en als een soort bonus een verblijfsrecht en een financiële compensatie te bemachtigen .

Desastreuze gevolgen aangifte

Voor cliënte had deze aangifte desastreuze gevolgen. Zijzelf, haar man en zelfs haar moeder werden zonder pardon, op basis van niet veel meer dan de aangifte, in voorlopige hechtenis genomen en na een paar weken onder voorwaarden in vrijheid gesteld. Het stigma van een verdachte van mensenhandel is dermate sterk dat de wetgever deze verdenking koppelt aan de geschokte rechtsorde, waardoor vrijheidsbeneming en dus gevangenschap het uitgangspunt wordt.

De strafzaak die dan vervolgens gaat lopen is een soort “mammoettanker“ die niet eenvoudig in een andere koers is te krijgen. In deze strafzaak lukte het pas na het horen van vele getuigen, die de betrouwbaarheid van de aangifte hadden aangetast. Maar gelet op de zware belasting van ons gerechtelijk apparaat ging hier wel enige tijd overheen. Tijd die cliënte en haar man deels in de gevangenis hadden doorgebracht.

OK. Het is niet juist en bovendien strafbaar om iemand illegaal te werk te stellen. Hiertegenover stond dat er overduidelijk humanitaire motieven een rol speelden, om deze au pair, die aanvankelijk legaal naar Nederland was gekomen, na het verloop van de toegestane termijn, terug te sturen naar het land van herkomst, waar ze geen enkele mogelijkheid had om een bestaan op te bouwen.

Uiteindelijk heeft deze zaak de zittingszaal nooit bereikt, en heeft een diepe impact gehad in het gezin van onze cliënte. Als het zou gaan om een overduidelijke situatie van uitbuiting, dan is dit uiteraard de logische consequentie, waar weinig tegenin te brengen is.

Ontbreken van kritische houding Openbaar Ministerie

In dit geval ontbrak, zeker in het begin van het onderzoek, de kritische houding aan de zijde van het Openbaar Ministerie, en werd de aangifte min of meer blind gevolgd. Als verdediger kun je dan alleen maar vanuit “de achterhoede“ de rechtbank op andere gedachten proberen te brengen. Door de aanhouding, die in dit geval ook nog op gepaard ging met beslag op vrijwel het gehele vermogen, is iemand feitelijk al veroordeeld, voordat de schuld door de rechter is vastgesteld.

De oproep aan de opsporingsinstanties aan onze zijde is dan ook om zich te bezinnen, voorafgaand aan het beginnen. De impact op de persoonlijke levens van de verdachten kan zo ingrijpend zijn, dat een latere vrijspraak, of schikking wegens minder ernstige feiten, nog steeds als onrecht wordt ervaren. De vervolging wegens mensenhandel, is een soort “kanon”, dat pas mag worden ingezet als er sprake is van grove uitbuiting. Dat de wet ruimhartig is, bij de toepassing van dwangmiddelen zoals voorlopige hechtenis en beslag wil niet zeggen dat men hiertoe moet over gaan. Onze cliënte was, om in de beeldspraak te blijven, “de mug” die weliswaar een fout had gemaakt, maar die het niet verdiende om door een kanon te worden beschoten.

Maarten Pijnenburg (advocaat)

Maarten Pijnenburg

Advocaat Dekens Pijnenburg advocaten

Lees ook